Elektronische nieuwsbrief - Jaargang 2008 - Inhoud
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018
Tientallen pagina's onuitgegeven materiaal, studies, vertalingen,
recensies, reportages, dat is wat je mag verwachten van dit e-Magazine
in PDF-formaat. Om het te ontvangen (vier gewone nummers en een
themanummer per jaar)
moet je lid worden van het Studiecentrum Als Catars.
Gratis proefnummer? Stuur een mailtje naar
e-magazine@katharen.be
4de jaargang – e-Magazine 10 – april 2008
Het katharisme als contrakerk
Vanuit sociologisch oogpunt wordt het katharisme beschouwd als een
protestbeweging die een aanval inzette tegen de gevestigde waarden en
gewoonten, verdedigd door de rooms-katholieke kerk en de seculiere
macht. In overeenstemming met die benadering is het noodzakelijk
bijzondere aandacht te besteden aan de expliciete waarden van het
katharisme in tegenstelling tot het rooms-katholicisme, zoals daar
ondermeer zijn: de verwerping van het huwelijk, het absolute verbod op
het doden van levende wezens, het verwerpen van het kruis en de
kerkelijke hiërarchie, de verwerping van het zweren van eden, de
eucharistie, het doopsel met water en het geloof in God als schepper van
de materiële wereld.
–––––
Michel Gybels vertaalde en bewerkte het artikel ‘Le catharisme:
contre-église et ordre réligieux concurrent’ van Ylva Hagman
(universiteit van Linköping, Zweden), oorspronkelijk verschenen in ‘Heresis’ nr. 6 (1993).
Het begin van de kruistocht tegen de
Albigenzen en de visie van de Catalaanse kroniekschrijvers
In de late lente van
1209 begon de kruistocht tegen de Zuid-Franse katharen, en vooral tegen
hun feodale beschermheren wiens landen door de kerk ten prooi werden
gesteld. Een schok waarde door Europa want niet iedereen was het eens
met deze beslissing van paus Innocentius III die het een zaak van vrede
en geloof noemde, maar de gevolgen ervan niet overzag. Ook aan de andere
kant van de Pyreneeën zorgden deze militaire operaties voor grote
opschudding, vooral in het koninkrijk Aragon.
–––––
De drie bekende ‘grote’ kronieken over de kruistocht tegen de
Albigenzen, zijn niet de enige die het daarover hebben. Willy
Vanderzeypen bekeek de Roda-Kroniek (Chronicon Rotens) die rond
1210 werd opgesteld en nu bewaard wordt in Lleida. Daarin een kort maar
ongewoon verslag over het begin van de kruistocht.
Van Trencavel en van zijn moeder...
Mijn nog zo jonge collega, soms ‘discipulus Zypaeus’ genoemd, naar het
voorbeeld van een pater uit de abdij van Affligem, citeerde in het
voorgaande artikel twee troubadours die zelfs een rol zouden gespeeld
hebben in het politieke leven van toen. En omdat in het verleden mijn
voorkeur steeds uitging naar op de maatschappij geënte poëzie, ben ik op
zoek gegaan naar deze twee dichters.
–––––
Raymond Doms gaat op zoek naar leven en werk van de troubadours Arnaut
de Marolh en Guilhem Augier Novella. Het droeve lot van de familie
Trencavel is prominent aanwezig in hun werk en bewijst dat het volk er
wel degelijk van overtuigd was dat Raimon-Roger Trencavel, burggraaf
van Carcassonne en Béziers, vermoord werd door Simon de Montfort.
De prediking van Hildegard van Bingen
tegen de katharen (ca. 1150)
Hildegard van Bingen (1098-1179) was een van de leidende 12de-eeuwse
kerkelijke figuren die hebben geparticipeerd in de rooms-katholieke
campagne tegen de ketterijen. Zoals haar tijdgenoot Bernardus van
Clairvaux verbleef Hildegard buiten het klooster om er teruggetrokken te
bidden en advies te verstrekken over zaken van cruciaal belang voor de
rooms-katholieke kerk. Een van haar tijdgenoten en correspondenten was
Elisabeth van Schönau die, samen met haar broer Eckbert, fel van leer
trok tegen de opkomst en de verspreiding van de ketterijen in het
Rijnland.
–––––
Michel Gybels bespreekt vier teksten van Hildegard van Bingen die
specifiek tegen de Rijnlandse katharen gericht zijn.
Jacob van Vitry
Daarna ben ik toegekomen in een stad met de naam Milaan die een
schuilplaats is van ketters; ik verbleef er enkele dagen en predikte het
woord van God op verscheidene plaatsen. Men vond in de stad nauwelijks
een persoon die weerstaat aan de ketters - met uitzondering van bepaalde
heilige mannen en godsdienstige vrouwen - die mensen, vervuld van de
sluwheid van deze wereld, patarijnen noemen.
–––––
Jacques de Vitry heeft met zijn brieven over de vijfde kruistocht weinig
te maken met de kruistocht tegen de Albigenzen. Daar had hij eerder voor
geijverd op vraag van pauselijk legaat Raymond d'Uzès. Toch vernemen we
een en ander over de werving van deze kruisvaarders, over Italië en het
pauselijk hof maar ook over de ketterij aldaar.
Het sermoen tegen de ‘Bougres’ van
Arras (ca. 1200)
Het manuscript 1067 van de Stedelijke Bibliotheek van Arras is een
verzameling anonieme sermoenen die beschreven zijn door J.B. Schneyer in
zijn monumentaal ‘Repertorium der lateinischen Sermonen des Mittelalters
für die Zeit von 1150-1350’ (Münster 1978). Door het ontbreken van tal
van pagina's in het manuscript is die beschrijving evenwel niet exact.
–––––
Het katharisme in de noordelijke landen is veel minder gekend als dat in het
zuiden. Niettegenstaande enkele oorkonden ons inlichten over
kortstondige kathaarse haarden in Bourgogne, Nivernais, Champagne,
Vlaanderen en de Luikse regio, is er geen enkele tekst die ons inlicht
over hun doctrine, uitgezonderd dan in het Rijnland. Het is dan ook een
meevaller van formaat dat in een compilatieboek van sermoenen, bewaard
in Arras, een lang fragment uit een sermoen, volledig gewijd aan de
‘bougres’ (een naam die aan de katharen in Noord-Frankrijk werden
gegeven), werd teruggevonden. Een bijdrage van Michel Gybels.
De katharen en de veranderende
tijdsgeest
Als besluit van zijn studie over de katharen schrijft John van Schaik
terecht dat de strijd tussen de Kerk en de katharen een controverse is
die zich gedurende de gehele geschiedenis van het christendom heeft
voorgedaan. Want uiteindelijk gaat het om de prangende vraag, gaat de
auteur verder, waar Christus te ontmoeten is? In de hemel zegt het
gnostieke christendom. Op aarde zegt het kerkelijke christendom. Moet
zeker dit laatste sterk genuanceerd worden, dan is het ook wenselijk om
ten aanzien van het gnostiscisme zeer behoedzaam te werk te gaan. Ook na
het onderzoek van de koptische gnostische geschriften, blijft de
‘gnosis’ een cultuurhistorische beweging die zich moeilijk laat vatten.
–––––
Deze bijdrage is de neerslag van de lezing die Raoul Bauer gaf op het
colloquium van het Davidsfonds in Leuven op 1 maart 2008 over de
overlevingskansen van het katharisme in een sociaal, cultureel en
religieus sterk evoluerende maatschappij. Het is tevens een voorsmaakje
van ons eigen colloquium op 18 oktober 2008 waar prof. Bauer te gast zal
zijn en waar hij uitgebreider op dit onderwerp zal ingaan.
Het kasteel van Montréal-de-Sos
De oorsprong van de indrukwekkende burcht van Montréal-de-Sos,
gelegen in het massief van Montcalm in de Ariège, op het grondgebied van
Vicdessos, gaat terug tot de eerste volksstam die de Ariège bevolkte, de
Euskariërs. Het is die volksstam die in de regio hooggelegen
verdedigingswerken heeft aangelegd op plaatsen als Quié, Castelverdun,
Tarascon en Montréal-de-Sos.
–––––
De sterk vervallen en moeilijk bereikbare burcht van Olbier werd tijdens
de vorige eeuw door fantasten als Antonin Gadal beschouwd als de
graalburcht. Sedert 2000 wordt de site opgegraven door archeologe
Florence Guillot en krijgt ze steen voor steen iets van haar oude glorie
terug. Michel Gybels ging voor ons een kijkje nemen.
En verder...
Editoriaal, info over de opendeurdag op zaterdag 12 april 2008, een
terugblik op het colloquium van het Davidsfonds, enkele nieuwe
boekbesprekingen, enz.
4de jaargang – e-Magazine 11 – september 2008
Consolamenta toegediend door
kathaarse vrouwen
Tijdens de zevende studiezitting in het kasteel La Barthe te Belflou
verdiepte de werkgroep zich in de rol van de vrouwen binnen het
Occitaanse katharisme. Afsluitend werd door mijn vrouw Gerda de vraag
gesteld hoe het volgens de bronnen zit met de toediening van het
consolament door vrouwen. We gingen aankloppen bij specialiste
Gwendoline Hancke, wiens antwoord ik verwerk in dit artikel.
–––––
Volgens de kathaarse leer waren bons hommes en bonnes
femmes gelijk. Toch zien we heel weinig kathaarse vrouwen het
consolament toedienen. Hoe zat dat nu eigenlijk? Willy Vanderzeypen
zoekt het voor ons uit.
Katharen en joden in de Languedoc
Dit artikel probeert
een antwoord te geven op de vraag welke concepten van het begrip ‘volk
van God’ kunnen getraceerd worden in het judaïsme en het christendom.
In wat volgt wordt in het bijzonder gepeild naar het concept van het
katharisme als christelijke beweging die door de middeleeuwse
rooms-katholieke kerk veroordeeld werd als ketters. De context van deze
bijdrage beperkt zich evenwel niet alleen tot deze christelijk
geïnspireerde beweging maar wordt ook uitgebreid naar het judaïsme, dat
in de Languedoc van de middeleeuwen eveneens wijd verspreid was.
–––––
We weten dat het katharisme stevig ingeplant was in de middeleeuwse
Languedoc, maar daarnaast leefde er ook een grote joodse gemeenschap.
Hoe zat het precies met de contacten tussen deze twee groepen die beide door de rooms-katholieke kerk geviseerd werden? Michel Gybels baseerde
zich op een studie van Daniela Müller om het uit te zoeken.
Van Bou(l)gre tot kathaar
‘Pravi krstjani’ (ware christenen) en ‘Bons crestians’ (Goede
christenen), zo noemden achtereenvolgens de bogomielen en de katharen
zichzelf. Onder die naam brachten zij ook hun gnostieke boodschap van
een vernieuwend, innerlijk oerchristendom.
De Franse taal had in de middeleeuwen echter nog geen specifiek woord
voor de leden van de ‘kathaarse’ kerk. De term ‘kathaar’ is immers pas
sinds de studie van Charles Schmidt (Histoire et doctrine de la secte
des Cathares ou Albigeois) vanaf 1849 schoorvoetend gangbaar geworden.
En integratie van de aanduiding ‘ware christenen’ zou suggereren dat er
binnen de heersende Kerk geen oprechte christenen zouden zijn! Een
gedachte die voor de meeste middeleeuwers nog onverdraaglijk was.
–––––
‘Bougres’ werden de katharen in Frankrijk soms genoemd. Maar hoe is dat
woord in de Franse taal terechtgekomen? En waar verwijst het naar? Naar
Bulgarije? Een aanwijzing dat de kathaarse leer van de bogomielen
afkomstig was? Veel vragen waarop Dick Van Niekerk een antwoord tracht
te geven. Hij schetst ook een kleurrijk portret van de beruchte
inquisiteur Robert le Bougre.
Robert le Bougre
En dan die Le Bougre nog eens. Groot alarm dus...
Zo eindigde een mailtje van een van mijn collega’s, precies op het
ogenblik dat ik een supplement ging schrijven bij de monografie die
hieronder volgt, een werkje geschreven door een al te jong gestorven
student van Paul Fredericq. Een oud werkje dus. Alhoewel hij andere
bijdragen in het Nederlands schreef, verscheen dit boekje in het Frans,
een hindernis die men verplicht moest nemen in het toen nog voor een
lange tijd cultureel gekoloniseerde Vlaanderen.
–––––
Raymond Doms zit in deze bijdrage twee visies over inquisiteur Robert
le Bougre tegenover elkaar. In 1892 publiceerde Julius Frederichs een
studie waarin we le Bougre leren kennen als de bloeddorstige
fanatiekeling die de geschiedenis van hem gemaakt heeft. Maar in 1980
kwam de historicus Georges Despy van de ‘Université libre de
Bruxelles’ tot andere, veel genuanceerdere conclusies. Stof voor een
boeiend debat.
Loup de Foix
In oktober 2007 reisden we naar Seix in de Ariège voor het eerste
archeologisch colloquium, georganiseerd door de jonge archeologe Flo
Guillot, waarbij de onderzoeksresultaten van de diverse
archeologische teams in die regio werden voorgesteld.
Tijdens onze rondrit op zoek naar minder bekend historisch patrimonium
hadden we een meevaller van formaat. Bij onze aankomst aan de ‘Tour de
Loup de Foix’ bij La Bastide de Sérou maakten we kennis met Jean-Philippe
Claverie, de archeoloog belast met de consolidatie en de
wetenschappelijke research naar dit unieke bouwwerk uit de 13de eeuw,
dat ooit toebehoorde aan de legendarische bastaard en krijgsheer Loup de
Foix (1200-1259). We kregen van hem een boeiende en exclusieve
rondleiding op de site als inleiding op zijn lezing van de dag nadien in
Seix.
–––––
Loup de Foix was de legendarische bastaardzoon van graaf Raimon-Roger en,
net als zijn
vader, een geducht tegenstander van de kruisvaarders van Simon en Amaury
de Montfort. Momenteel worden archeologische opgravingen en
restauratiewerken verricht op een site in La Bastide de Sérou die zijn
naam draagt. Michel Gybels ging er voor ons een kijkje nemen.
Koenraad van Marburg
Gedurende de jaren 1231-33 is de vervolging van ketters in het Rijnland
verbonden met één naam: Koenraad van Marburg. Tevens is deze man beroemd
geworden omdat hij van een prinses een heilige heeft gemaakt. En van de
katharen in zijn streek duivelaanbidders.
–––––
Net als zijn collega Robert le Bougre in Frankrijk, wordt inquisiteur
Koenraad van Marburg in Duitsland als een geobsedeerde fanatiekeling
beschouwd. Toch roept ook dat verhaal heel wat vragen op en moeten er
een aantal kanttekeningen bij geplaatst worden. Willy Vanderzeypen zet
de feiten op een rijtje.
Een sterke vrouw, de Heer heeft haar
ontmoet
Innocentius III is in de Nederlanden niet zo dikwijls verschenen. Dat
hoefde waarschijnlijk ook niet want, laten we het niet vergeten,
Innocentius III is geen heilige. Vandaag is het een koud kunstje om hem
te laten verschijnen waar men ook maar wil: met het internet lukt dat
wel. Maar in de middeleeuwen lag dat enigszins anders. Toch is hij
verschenen aan een godvruchtig Vlaams meisje in Wallonië. Reeds in haar
tijd werd er een reporter op haar afgestuurd om haar vita te
schrijven. Niet om het even wie: het ging om Thomas van Cantimpré, u
waarschijnlijk al bekend van zijn ‘Biënboec’.
–––––
Heiligenlevens waren een van de specialiteiten van de middeleeuwse
monnik Thomas van Cantimpré. Raymond Doms baseerde zich op zijn tekst
voor deze verrassende bijdrage over de heilige Lutgart van Sint-Truiden.
Of hoe een Vlaams meisje een (doorslaggevende?) bijdrage leverde aan de
overwinning van de rooms-katholieke kerk op de ketterse Albigenzen.
En verder...
Editoriaal, alles over het 6e Internationaal Colloquium op zaterdag 18
oktober 2008, boekbespreking, de voorstelling van twee gloednieuwe
‘Kathaarse Kronieken’, enz.
4de jaargang – e-Magazine 12 – december 2008
Xacbert de Barberà, de leeuw van de
Corbières
In de geschiedenis van het katharisme is Xacbert de Barberá een van
de markantste ridders, die wegens zijn onvoorwaardelijke steun aan
de kathaarse zaak uit zijn rechten werd ontzet en zo het statuut van
faydit kreeg. Bij het grote publiek is hij vooral bekend als
kasteelheer van Quéribus, het belangrijke arendsnest in de Corbières,
dat pas in 1255 capituleerde en in handen van de Franse koning viel.
–––––
We kennen Xacbert de Barberá (of Chabert de Barbaira) als opperbevelhebber
van Quéribus, de laatste ‘kathaarse’ vesting die viel (1255) maar wat
weten we nog meer over hem? Michel Gybels zocht het uit.
Het dubbele verleden van Fanjeaux
Wat weten de inwoners
van Fanjeaux over het kathaarse verleden van hun verre voorouders?
Weinig, want hun geheugen werd en wordt gedomineerd door de dominicaanse
inbreng. De dominicanen en hun zusters zijn er immers nog steeds, of
beter gezegd opnieuw, en talrijk. Bovendien komen ze van overal in de
wereld op bezoek naar hun ‘berceau’. De katharen daarentegen zijn door de
Inquisitie op het einde van de 13de eeuw definitief verdreven in een
sfeer van repressie en angst.
–––––
Fanjeaux was een van de plaatsen waar de katharen sterk vertegenwoordigd
waren. De naam van Guilhabert de Castres is onlosmakelijk met Fanjeaux
verbonden. Later werd het, omwille van zijn strategische ligging, een
van de uitvalsbases van Simon de Montfort. Maar het zijn Dominicus en
zijn predikheren die Fanjeaux tot op de dag van vandaag domineren. Willy
Vanderzeypen neemt ons mee naar deze plaats met een rijk, maar
grotendeels verborgen verleden.
René Nelli (1906-1982)
Binnen de geschiedschrijving van het katharisme neemt René Nelli een
prominente plaats in, hij wordt beschouwd als een van de
belangrijkste auteurs en wetenschappers uit de 20ste eeuw.
Geboren in 1906 en overleden in 1982 in Carcassonne, was Nelli tevens een
groot baanbreker voor de Occitaanse taal en cultuur en liet hij een
indrukwekkende culturele en artistieke erfenis na aan zijn stad en zijn
regio.
–––––
René Nelli is zonder meer een van de markantste figuren uit de 20ste-eeuwse
Languedoc. Auteur, dichter en literatuurprofessor die enkele
standaardwerken over de troubadours op zijn naam heeft staan, is hij het
bekendst geworden omwille van zijn werk rond de katharen. Als kind van
zijn tijd werd ook hij aanvankelijk aangetrokken door de esoterie maar
later zou hij resoluut kiezen voor de historisch-wetenschappelijke
aanpak en, samen met Jean Duvernoy, de basis leggen van het moderne
historisch onderzoek. Net voor zijn dood kon hij nog de oprichting
meemaken van het ‘Centre National d'Etudes Cathares’ in Carcassonne, een
centrum waarvoor hij jaren gewerkt en gelobbyd had en dat vandaag ook
zijn naam draagt. Een levensschets door Michel Gybels.
De ‘mysterieuze kathaarse kerk’ in
Constantinopel
Op drie vlakken zijn de nauwe relaties tussen bogomielen en katharen
wetenschappelijk vrijwel onomstreden. De katharen ontlenen hun
scheppingsmythe, ‘Het Geheime Avondmaal’, ook wel de
‘Interrogatio Johannis’ genoemd, aan de bogomielen. Vast staat ook dat de
katharen tijdens het concilie van Saint-Félix-en-Lauragais in 1167, op
advies van de bogomielse bisschop Nicetas, de federale
organisatiestructuur van de bogomielse kerken hebben overgenomen.
Het inwijdingsritueel van de katharen, het consolamentum – in de
bogomielse bronnen met de Griekse term teleiosis aangeduid – is vrijwel
identiek aan dat van de bogomielen.
Maar er zijn meer raakvlakken. In de eerste aflevering van deze serie
was er uitvoerig aandacht voor de
schimpnaam bou(l)gres (Bulgaren) die in Frankrijk lange tijd als
aanduiding van de vermeende ketters werd gebruikt. Ditmaal is het
zoeklicht gericht op de kleine, door historici als “mysterieus”
gekwalificeerde kathaarse kerk van Constantinopel. Zij zou een cruciale
rol hebben gespeeld in de bogomiels-kathaarse contacten.
–––––
In zijn ‘Summa’ (1250) somt Rainerius Sacconi de hem bekende kathaarse en
bogomielse kerken op. Voor Constantinopel vermeldt hij er twee: de ‘kerk
van de Latijnen’ en de ‘kerk van de Grieken’. Dit zou er dus op kunnen
wijzen dat er in de stad zowel een kathaarse als een bogomielse
gemeenschap bestond. Maar verdere gegevens zijn schaars. Dick Van
Niekerk ging voor ons op onderzoek uit.
De middeleeuwse begijnse bewegingen
in de Lage Landen, Duitsland en Noord-Frankrijk
Iedereen van ons heeft wel eens door de prachtige begijnhoven van de
Lage Landen gedwaald en zich laten bevangen door de rust daarvan. Zelf
was ik ooit kind aan huis in meerdere woningen van het Leuvense
begijnhof, waar studerende vrienden woonden, waar ik een lief heb gehad
en waar ik regelmatig schetsen ging maken als aspirant architect. En nog
later, toen bleek dat dit ambitieus idee van mijn ouders niet doorging,
hebben wij daar de eerste Leuvense bridgeclub gesticht en er jarenlang
in het zaaltje naast de begijnhofkerk gespeeld. Vandaar de naam van die
club die nog steeds bestaat en waarvoor ik in een vorig leven twintig
jaar lang competitie heb gespeeld: ‘t Begijntje. De spelers daarvan noemt men in bridgekringen nog
steeds de begijntjes.
–––––
Willy Vanderzeypen neemt ons mee naar de wereld van begijnen en begijnhoven.
En dan moeten we onmiddellijk denken aan die vrouwen die voor een
godvruchtig bestaan van gebed, goede werken en arbeid kozen zonder zich
evenwel aan een kloosterorde te binden.
Maar er waren ook mannelijke begijnen. En ze leefden niet altijd in pais
en vree. Gedurende eeuwen werden ze als ketters vervolgd...
Ten kruistocht!
In mijn kinderjaren
ging de processie nog uit. Bij mijn eerste kinderlijk optreden daarin
had ik meteen een glansrol. Ik was het kindje Jezus met naast mij mijn
speelgenoot Johannes. Hij trok een schaap mee. Ik, in een soort
donkerrood fluweel, had een wereldbolleke in de linkerhand en liet dat
gedurende de drie uur durende parochietoer niet los. Toen de processie
gedaan was, was mijn hand zo verkrampt dat ik de wereldbol niet meer los
kon laten. ‘Hij draagt de wereld in zijn hand,’ zong men later (niet over
mij uiteraard!). Maar er zijn van die ogenblikken dat de wereld
vastgeknepen zit.
Hoogstwaarschijnlijk momenten dat het er niet goed mee gaat.
–––––
Een pauselijke oproep tot kruistocht volstond niet om een succesrijke
operatie op gang te brengen. Een kruistocht moest gepredikt worden en daarvoor werd een hele structuur opgezet. Raymond Doms laat ons
kennismaken met het werk van Thomas van Cantimpré, een middeleeuwse
‘reporter’, die ons een idee geeft hoe zo'n prediking in zijn werk ging
en wat er allemaal bij kwam kijken, want niet elke prediking was even
succesvol.
En verder...
Editoriaal, info over de nieuwe lenteworkshop van Willy en
Gerda Vanderzeypen in de Languedoc, verslagen van twee boeiende
colloquia (Baziège en Sorèze), een interview met de mensen achter het
fascinerende project Rixende in Montségur, een boekbespreking,
enz.
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018